<
 
harnischmacher architectuur
projecten contact
 
>
 

 

Prix de Rome / 2010 / prijsvraag August Allebeplein Amsterdam

 

 

De kaart van Amsterdam laat zien aan dat het August Allebeplein in stadsdeel Slotervaart op de rand van intensieve bebouwing ligt. Het nabij gelegen Rembrandt Park wordt logischerwijze ontzien van stedelijke uitbreidingsplannen. Het gevolg is dat de, door Van Eesteren volgens tuinstad principe ontworpen, wijk nu onder de stedelijke verdichtingsdruk zijn heldere opzet begint te verliezen. Dit proces is reeds waarneembaar op verschillende plekken op de locatie, zoals bouwblokken die worden dichtgebouwd , verouderde grondgebonden woningen die plaatsmaken voor appartementencomplexen en diverse uitbreidingen. Ook ons plein is onderhevig aan deze verdichtingsopgave. Het plein is oorspronkelijk opgezet als een openbare ruimte om te ontspannen en te genieten, getuigden een grote vijver en fontein. Later is dit geleidelijk veranderd richting meer wijkservice gerichte activiteiten zoals buurtsupers en kleinschalige winkeltjes, politiepost, gebedshuizen en een kleine bibliotheek.

 

 

Door de open stedenbouw is er een continue afwisseling tussen voor en achterkanten van gebouwen. De oude gebouwen oriënteren zich wel tot het plein maar de nieuwe toevoegingen niet. Daarnaast geven de twee aan het plein gesitueerde supermarkten door hun introverte uitstraling het plein een gevoel van achtergebied. Ruimtelijke gezien wordt het plein wel bepaald door enkele grote gebouwen, maar tegelijkertijd vloeit de omkaderde ruimte ook weer weg op enkele plekken op zowel plint- en verdiepingniveau. Welke functie dit plein in de toekomst zal gaan vervullen geeft het door de jaren gewijzigde programma eigenlijk al zelf aan. De stedelijke verdichting zal in de toekomst de wijkgerichte centrumfunctie van het plein intensiveren en de oorspronkelijke recreatie en ontspanningsfuncties ontwikkelen zich verder in het nabij gelegen Rembrandtpark of Sloterpark.

 

 

De strategie voor de herinterpretatie van het August Allebeplein is om de schaal aan te passen aan de functies. Het betekent een ruimtelijke verkleining door het huidige Lidl-gebouw te vervangen voor een groter gebouw. Hierdoor verplaats het plein zich iets meer naar het oosten en midden van de locatie. De braakliggende hoek van de oude school wordt ingevuld door forse torenachtige bebouwing met kantoren en woningen, zodat deze een oostelijke rugfaçade op niveau biedt en het lange lineaire gebouw steun geeft. De moskee krijgt door een uitbreiding naar zuidelijke zijde een font aan het plein en sluit enigszins het plein op plint niveau af en gebruikt het om de entree te herpositioneren. Dan blijft er aan de zuidelijke zijde van het plein nog één gebouw over dat nog een nadelige eenzijdige oriëntatie kent, dit wordt opgelost door een lineair gebouw met op de beganegrond aan pleinzijde kleinschalige (bestaande) winkelfuncties waarop woningen met drive-in en entrees aan de zuidzijde. Tot slot nog een hoogbouw ingreep naast het spoor om het plein ook aan westelijke zijde op verdiepingsniveau te omkaderen.

 

 

Als we nu verder inzoomen op het plein constateren we dat de openbare ruimte vooral wordt gebruikt als gelegenheidsparkeerplaats voor de supermarkten en dat er veel introverte gevels zijn ondanks de vele ramen. De supermarkten hebben geen behoefte om visueel contact te bieden met het plein. Daarom verplaatsen we de twee ruimten onder het pleindefiniërend gebouw. Zo ontstaan er op beganegrond vele mogelijkheden voor winkels welke de visuele interactie met het plein wel waarderen en benutten. Routingtechnisch komt er een doorsteek van de hoek van het plein naar het kruispunt; deze tweesplitsing op begane grond creëert tevens een mogelijkheid tot kleinschalige winkelfuncties en de entrees tot de twee supermarkten die toch middels grote vides visueel contact hebben met de passage. Het parkeren wordt naar het dak verplaatst, bereikbaar via ruim bemeten hellingbanen die vloeiende verbindingen met het maaiveld scheppen. De opgangen eindigen uiteindelijk in een stadstuin met uitzicht over het plein, dit als knipoog naar zijn beginselen. Zo krijgt het gehele dak een aantrekkelijker aanzicht vanuit de omliggende hoogbouw. In het gebouw zijn strategisch twee kernen geplaatst die ook alle ontsluiting verticaal oplossen.

 

 

Het plein is daarmee ontdaan van visuele contactbelemmerende items en ruimtelijk gedefinieerd. Nu zal het kunnen functioneren als openbare ruimte  voor activiteiten, zoals markten, buurtfeestjes, ontmoetingsplaats en ontspanningsplek met aan de randen zitgelegenheden en bomen die de lengte van het plein benadrukken. Maar de grootste activiteit die het plein in zich zal opnemen is het afwikkelen van de langzaam verkeerstromen in het gebied.  Dit proces geldt als inspiratie voor in kleuren dungelaagde betonnen tegels die de bodem zullen sieren. Door het gebruik ontstaan gedurende de tijd, slijtplekken en worden andere kleuren zichtbaar. Zo ontstaat een plein dat de geschiedenis van het gebied in zich opneemt en tegelijkertijd zich weer  aanpast aan toekomstige ontwikkelingen.

 

 

^

 harnischmacher architectuur - stedenbouw - prix de rome 2010